Opslaan of converteren naar PDF of XPS in Office Desktop-apps

1. Selecteer het tabblad Bestand .

2. Selecteer Opslaan als .
   Als u het dialoogvenster Opslaan als wilt zien in Excel 2013 of Excel 2016, moet u een locatie en map kiezen.

3. Voer in het vak Bestandsnaam een naam in voor het bestand, als u dat nog niet hebt gedaan.

4. Selecteer PDF (*.pdf) in de lijst Opslaan als.

   • Als u wilt dat het bestand na het opslaan in de geselecteerde indeling wordt geopend, schakelt u het selectievakje Bestand openen na publicatie in .

   • Als het document een hoge afdrukkwaliteit vereist, selecteert u Standard (online publiceren en afdrukken) .

   • Als de bestandsgrootte belangrijker is dan de afdrukkwaliteit, selecteert u Minimale grootte (online publiceren).

5. Selecteer Opties om de pagina in te stellen die moet worden afgedrukt, om te kiezen of markeringen moeten worden afgedrukt en om uitvoeropties te selecteren. Zie Meer informatie over PDF-opties voor meer informatie over het dialoogvenster Opties in Excel. Selecteer OK wanneer u klaar bent.

6. Selecteer Opslaan .

1. Selecteer het tabblad Bestand .

2. Selecteer Exporteren .

3. Selecteer onder Huidige exporteren welk deel van het notitieblok u wilt opslaan als PDF.

4. Selecteer onder Indeling selecteren de optie PDF (*.pdf) en selecteer vervolgens Exporteren .

5. Voer in het dialoogvenster Opslaan als in het veld Bestandsnaam een naam in voor het notitieblok.

6. Selecteer Opslaan .

1. Selecteer het tabblad Bestand .

2. Selecteer Opslaan als .
   Als u het dialoogvenster Opslaan als wilt zien in PowerPoint 2013 of PowerPoint 2016 , moet u een locatie en map kiezen.

3. Voer in het vak Bestandsnaam een naam in voor het bestand, als u dat nog niet hebt gedaan.

4. Selecteer PDF (*.pdf) in de lijst Opslaan als.

   • Als u wilt dat het bestand na het opslaan in de geselecteerde indeling wordt geopend, schakelt u het selectievakje Bestand openen na publicatie in.

   • Als het document een hoge afdrukkwaliteit vereist, selecteert u Standard (online publiceren en afdrukken) .

   • Als de bestandsgrootte belangrijker is dan de afdrukkwaliteit, selecteert u Minimale grootte (online publiceren) .

5. Selecteer Opties om de pagina in te stellen die moet worden afgedrukt, om te kiezen of markeringen moeten worden afgedrukt en om uitvoeropties te selecteren. Selecteer OK wanneer u klaar bent.

6. Selecteer Opslaan .

1. Kies op het tabblad Bestand de optie Opslaan als .
   Als u het dialoogvenster Opslaan als in Project 2013 of Project 2016 wilt zien, moet u een locatie en map kiezen.

2. Voer in het vak Bestandsnaam een naam in voor het bestand, als u dat nog niet hebt gedaan.

3. Selecteer in de lijst Opslaan als de optie PDF-bestanden (*.pdf) of XPS-bestanden (*.xps) en kies opslaan .

4. Selecteer in het dialoogvenster Opties voor documentexport een publicatiebereik , of u niet-afdrukinformatie wilt opnemen en ISO 19500-1-naleving (alleen PDF).

Tips voor opmaak

Project ondersteunt niet alle PDF- of XPS-opmaakfuncties, maar u kunt ook enkele afdrukopties gebruiken om het uiteindelijke document aan te passen.

Kies Bestand > Afdrukken en wijzig een van deze opties:

• Datums

• Afdrukstand

• Papierformaat

• Pagina-instelling

In het dialoogvenster Pagina-instelling kunt u de opties op deze tabbladen wijzigen:

• Marges

• Legenda

• Weergave

1. Selecteer het tabblad Bestand .

2. Selecteer Opslaan als .
   Als u het dialoogvenster Opslaan als wilt zien in Publisher 2013 of Publisher 2016, moet u een locatie en map kiezen.

3. Voer in het vak Bestandsnaam een naam in voor het bestand, als u dat nog niet hebt gedaan.

4. Selecteer PDF (*.pdf) in de lijst Opslaan als.

5. Als u wilt wijzigen hoe het document is geoptimaliseerd, selecteert u Wijzigen . (Selecteer Opties in Publisher 2013 of Publisher 2016.)

   • Breng de gewenste wijzigingen aan in de resolutie van afbeeldingen en niet-afdrukbare informatie.

   • Selecteer Afdrukopties om wijzigingen aan te brengen in de afdrukopties voor het document.

   • Selecteer OK wanneer u klaar bent.

6. Als u wilt dat het bestand na het opslaan in de geselecteerde indeling wordt geopend, schakelt u het selectievakje Bestand openen na publicatie in.

7. Selecteer Opslaan .

1. Selecteer het tabblad Bestand .

2. Selecteer Opslaan als .
   Als u het dialoogvenster Opslaan als wilt zien in Visio 2013 of Visio 2016, moet u een locatie en map kiezen.

3. Voer in het vak Bestandsnaam een naam in voor het bestand, als u dat nog niet hebt gedaan.

4. Selecteer PDF (*.pdf) in de lijst Opslaan als.

   • Als u wilt dat het bestand na het opslaan in de geselecteerde indeling wordt geopend, schakelt u het selectievakje Bestand automatisch weergeven na opslaan in.

   • Als het document een hoge afdrukkwaliteit vereist, selecteert u Standard (online publiceren en afdrukken) .

   • Als de bestandsgrootte belangrijker is dan de afdrukkwaliteit, selecteert u Minimale grootte (online publiceren).

5. Selecteer Opties om de pagina in te stellen die moet worden afgedrukt, om te kiezen of markeringen moeten worden afgedrukt en om uitvoeropties te selecteren. Selecteer OK .

6. Selecteer Opslaan .

1. Als het bestand eerder is opgeslagen, selecteert u Bestand > Een kopie opslaan.
   Als het bestand niet is opgeslagen, selecteert u Bestand > Opslaan als.

2. Selecteer Bladeren om de locatie op uw computer te kiezen waar u het bestand wilt opslaan.

3. Selecteer PDF in de vervolgkeuzelijst.

   

4. Kies Opslaan.

Selecteer Meer opties > Opties om uw PDF-bestand aan te passen.

• Als u een PDF-bestand wilt maken van slechts enkele pagina's in uw document, kiest u een optie onder Paginabereik.

• Als u bijgehouden wijzigingen wilt opnemen in het PDF-bestand, selecteert u onder Publiceren wat de optie Document met opmaak. Zorg er anders voor dat Document is geselecteerd.

• Als u een set bladwijzers in het PDF-bestand wilt maken, selecteert u Bladwijzers maken met behulp van. Kies vervolgens Koppen of, als u bladwijzers aan uw document hebt toegevoegd, Word Bladwijzers.

• Als u documenteigenschappen wilt opnemen in het PDF-bestand, controleert u of Documenteigenschappen is geselecteerd.

• Als u het document gemakkelijker wilt maken voor schermleessoftware, selecteert u Documentstructuurtags voor toegankelijkheid.

• Compatibel met ISO 19005-1 (PDF/A) Met deze optie wordt het PDF-document uitgevoerd als PDF versie 1.7, een archiveringsstandaard. Dankzij PDF/A ziet het document er hetzelfde uit wanneer dit later opnieuw op een andere computer wordt geopend.

• Bitmaptekst wanneer lettertypen mogelijk niet zijn ingesloten Als lettertypen niet kunnen worden ingesloten in het document, gebruikt de PDF bitmapafbeeldingen van de tekst, zodat de PDF er precies hetzelfde uitziet als het originele document. Als deze optie niet is geselecteerd en voor het bestand een lettertype wordt gebruikt dat niet kan worden ingesloten, wordt met de PDF-lezer mogelijk een vervangend lettertype gebruikt.

• Het document versleutelen met een wachtwoord Als u de toegang wilt beperken, zodat alleen personen met het wachtwoord de PDF kunnen openen, selecteert u deze optie. Wanneer u OK selecteert, opent Word het vak PDF-document versleutelen, waarin u een wachtwoord kunt typen en opnieuw kunt invoeren.

Inhoud van een PDF openen en kopiëren met Word

U kunt inhoud in een PDF kopiëren door het bestand te openen in Word.

Ga naar Bestand > Openen en blader naar het PDF-bestand. De PDF-inhoud wordt geopend in een nieuw bestand. U kunt nu elke gewenste inhoud kopiëren, inclusief afbeeldingen en diagrammen.