Plannings- en taakdetails delen met een Gantt-diagram van Visio
Applies ToVisio Abonnement 2 Visio Professional 2024 Visio Standard 2024 Visio Professional 2021 Visio Standard 2021 Visio Professional 2019 Visio Standard 2019 Visio Professional 2016 Visio Standard 2016

Met een Gantt-diagram kunt u uw projecttaken plannen en vervolgens de voortgang ervan bijhouden. Als u gedetailleerde informatie over taken en de planning wilt doorgeven aan managers of andere teamleden, kunt u in Microsoft Visio een Gantt-diagram maken. U kunt een Gantt-diagram ook gebruiken voor het beheren van de projectplanning op taakniveau.

Een Gantt-diagram instellen

  1. Selecteer Bestand > Nieuw en zoek vervolgens naar Planning.

  2. Klik op Gantt-diagram en klik op Maken.

  3. Stel in het dialoogvenster Opties voor Gantt-diagram de datums in voor de tijdschaal:

    • Klik op het tabblad Datum en kies de gewenste opties.Primaire eenheden zijn de langste tijdseenheden (zoals jaren of maanden) die u kunt gebruiken in het diagram en Secundaire eenheden zijn de kleinste eenheden (zoals dagen of uren).

    • Klik op het tabblad Opmaak op de shapes en labels die u wilt gebruiken op de taakbalken, mijlpalen en samenvattingsbalken en klik op OK.Als u niet zeker weet welke opmaak u moet kiezen, accepteert u de standaardkeuzes. U kunt de opmaak later wijzigen.

Gegevens toevoegen aan een Gantt-diagram

Taken

Elke taak in een Gantt-diagram beslaat een rij in het diagramframe. Wanneer u taaknamen typt in cellen in de kolom Taaknaam, wordt de duur van taken aangegeven als taakbalken in het gebied onder de tijdschaal.

Doel

Actie

Een taaknaam wijzigen

  • Klik in de kolom Taaknaam op de cel die de taak bevat en typ een nieuwe naam.

De taakduur instellen of wijzigen

  • Klik in het Gantt-diagramframe op de cel die de datum of duur bevat die u wilt wijzigen en typ de nieuwe gegevens.

Typ als volgt een duur:

  • 1u voor 1 uur

  • 1d voor 1 dag

  • 1w voor 1 week

  • 1m voor 1 maand

Nieuwe taakrijen toevoegen

  • Sleep een shape Rij vanuit het venster Shapes en zet deze in het diagram neer op de gewenste positie voor de nieuwe rij.

Indicatoren voor percentage voltooid toevoegen aan taken

  1. Selecteer de kolom links van de positie waarop u de kolom Percentage voltooid wilt weergeven.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Kolommen op Invoegen.

  3. Klik onder Kolomtype op % voltooid en klik op OK.

Terwijl u aan een taak werkt, typt u het percentage van de taak dat is voltooid in de nieuwe kolom. Er wordt een indicator voor percentage voltooid weergegeven op de taakbalk.

Een taak verwijderen

  • Selecteer een cel in de rij van de taak die u wilt verwijderen en klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Taken op Verwijderen.

Mijlpalen

Aangezien met een mijlpaal een belangrijke gebeurtenis in een planning wordt aangegeven, en dus geen taak, stelt u de duur in op nul.

Doel

Actie

Een nieuwe mijlpaal toevoegen

  1. Sleep een shape Mijlpaal vanuit het venster Shapes en zet deze in het diagram neer op de positie waarop u een nieuwe mijlpaalrij wilt maken.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de cel in de kolom Begin van de rij waarmee de mijlpaal wordt aangegeven en klik in het snelmenu op Datum bewerken.

  3. Stel de datum in en klik op OK. De datum in de kolom Einde wordt aangepast aan de datum in de kolom Begin en de Duur wordt ingesteld op (0).

Een bestaande taak omzetten in een mijlpaal

  • Typ de duur nul (0) in de kolom Duur in van de rij voor de taak die u wilt omzetten in een mijlpaal.

Het uiterlijk van een mijlpaalmarkering wijzigen

  • Klik met de rechtermuisknop op de mijlpaalmarkering en klik in het snelmenu op Taakopties. Kies de gewenste opties en klik op OK.

Een mijlpaal verwijderen

  • Selecteer een cel in de rij van de mijlpaal die u wilt verwijderen en klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Taken op Verwijderen.

Overzichtstaken

U kunt een overzichtstaak gebruiken wanneer u verschillende onderliggende taken wilt combineren onder één bovenliggende taak.

Doel

Actie

Onderliggende taken maken onder een overzichtstaak

Een overzichtstaak is een normale takenrij. Hierin worden de onderliggende taken samengevat die ingesprongen hieronder worden weergegeven. U maakt als volgt onderliggende taken:

  1. Selecteer een cel die een taaknaam bevat. Als u meerdere taken wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u klikt.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Taken op Inspringen.

De ingesprongen taak wordt nu onder de bovenliggende overzichtstaak weergegeven.

De duur van een overzichtstaak instellen

  1. Klik in de rij van de eerste onderliggende taak op de cel in de kolom Begin en typ de begindatum voor deze taak.

  2. Klik voor dezelfde onderliggende taak op de cel in de kolom Einde en typ de einddatum van deze taak.

  3. Herhaal stap 1 en 2 voor elke onderliggende taak.

De duur van de overzichtstaak wordt automatisch ingevuld wanneer u de taakduurgegevens hebt ingevoerd voor alle onderliggende taken.

Een taak een niveau verhogen (inspringing verkleinen)

  • Klik met de rechtermuisknop op de naam van de taak die u een niveau wilt verhogen en klik in het snelmenu op Inspringing verkleinen.

Het uiterlijk van een overzichtstaakbalk wijzigen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de tijdbalk van een overzichtstaak die u wilt wijzigen en klik in het snelmenu op Taakopties.

  2. Selecteer onder Samenvattingsbalken de symbolen die u wilt gebruiken voor het begin en einde van de balken en klik op OK.

Afhankelijkheden (gekoppelde taken)

Wanneer u een taak in het Gantt-diagram afhankelijk maakt van een andere taak, worden de twee taakbalken verbonden met een pijl. Als u een datum of duur wijzigt van de taak waarvan een andere taak afhankelijk is, worden de datums van de afhankelijke taak ook gewijzigd.

Doel

Actie

Afhankelijkheden tussen taken instellen

  1. Selecteer de naamcellen van de taken en mijlpalen die u wilt koppelen. Als u meerdere taken wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u selecteert.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Taken op Koppelen.

Afhankelijkheden tussen taken verwijderen

  1. Selecteer de taken met de afhankelijkheden die u wilt verwijderen door in de cellen met de taaknamen te klikken. Als u meerdere taken wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u selecteert.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Taken op Koppeling verbreken.

De stijl van afhankelijkheidspijlen wijzigen

  • Open het Gantt-diagram, klik met de rechtermuisknop op de tekenpagina en klik op S-verbindingslijnen.

Kolommen toevoegen

Doel

Actie

De naam van een bestaande kolom wijzigen

  • Klik op de kop van de kolom waarvan u de naam wilt wijzigen en typ een nieuwe naam.

Een nieuwe, vooraf ontworpen gegevenskolom toevoegen

  1. Selecteer de kop van de kolom links van de positie waarop u de nieuwe kolom wilt plaatsen.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Kolommen op Invoegen.

  3. Klik in de lijst Kolomtype op de kolomnaam die overeenkomt met het type gegevens dat u wilt toevoegen en klik op OK.

Een nieuwe gegevenskolom toevoegen die u zelf ontwerpt

  1. Selecteer de kop van de kolom links van de positie waarop u de nieuwe kolom wilt plaatsen.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Kolommen op Invoegen.

  3. Klik in de lijst Kolomtype op een van de aangepaste kolommen die overeenkomt met de gewenste indeling van de gegevens (bijvoorbeeld Aangepaste decimaal, Aangepaste tekst of Aangepaste tijd) en klik op OK.

  4. Typ een nieuwe naam voor de kolom.

Opmerking: Als u meer dan een tekstkolom toevoegt, klikt u elke keer op een andere optie voor aangepaste tekst. Klik bijvoorbeeld voor de eerste kolom op Aangepaste tekst 1, klik voor de tweede kolom op Aangepaste tekst 2 enzovoort.

Een gegevenskolom verwijderen (verbergen)

  • Selecteer de kop van de kolom die u wilt verwijderen (verbergen).

  • Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Kolommen op Verbergen.

Opmerking: Wanneer u een kolom verwijdert, of verbergt, uit het diagram, blijven de gegevens van de kolom behouden in een bestand. Als u de kolom later weer wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op een kolomkop en klikt u op Kolom invoegen. Selecteer de kolom die u weer wilt weergeven in de lijst en klik op OK.

Een gegevenskolom verplaatsen

  1. Klik op de kop van de kolom die u wilt verplaatsen.

  2. Sleep de kolom naar een nieuwe locatie.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Als u een kolom naar de linkerkant van een andere kolom wilt verplaatsen, plaatst u het middelpunt van de kolom die u verplaatst links van het middelpunt van de andere kolom.

    • Als u een kolom naar de rechterkant van een andere kolom wilt verplaatsen, plaatst u het middelpunt van de kolom die u verplaatst rechts van het middelpunt van de andere kolom.

    • Als u een kolom naar de rechterkant van het tijdschaalgebied wilt verplaatsen, plaatst u het middelpunt van de kolom die u verplaatst rechts van het middelpunt van het tijdschaalgebied.

Tijdschaal

De tijdschaal is een schaal met primaire en secundaire tijdseenheden die lopen vanaf de datum waarop het project begint tot en met de datum waarop dit eindigt. U kunt de tijdseenheden voor de tijdschaal, de begin- en einddatum en de dagen die u beschouwt als vrije dagen definiëren.

Doel

Actie

De begin- en/of einddatum wijzigen

  1. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Beheren op Diagramopties.

  2. Stel het datumbereik in het dialoogvenster Opties voor Gantt-diagram in onder Bereik van tijdschaal.

Tijdseenheden wijzigen

  1. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Beheren op Diagramopties.

  2. Selecteer in het dialoogvenster Opties voor Gantt-diagram onder Tijdseenheden de gewenste opties voor Primaire eenheden en Secundaire eenheden en klik op OK.

Vrije dagen instellen

  1. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Beheren op Werktijd configureren.

  2. Selecteer in het dialoogvenster Werktijd configureren de gewenste opties voor Werkdagen en Werktijd en klik op OK.

Naar een bepaalde taak of mijlpaal schuiven

  1. Selecteer de taak of mijlpaal waarnaar u wilt schuiven door te klikken in de cel met de taaknaam.

  2. Klik op het tabblad Gantt-diagram in de groep Navigatie op Naar taak schuiven.

Naar een bepaalde datum schuiven

  • Als u wilt schuiven naar het einde van de tijdschaal, opent u het tabblad Gantt-diagram en klikt u in de groep Navigatie op Naar einde gaan.

  • Als u één secundaire eenheid naar links wilt schuiven, klikt u op het tabblad Gantt-diagram en klikt u in de groep Navigatie op Volgende.

  • Als u één secundaire eenheid naar rechts wilt schuiven, klikt u op het tabblad Gantt-diagram en klikt u in de groep Navigatie op Vorige.

  • Als u wilt schuiven naar het begin van de tijdschaal, klikt u op het tabblad Gantt-diagram en klikt u in de groep Navigatie op Naar begin gaan.

De breedte van het tijdschaalgebied wijzigen

  1. Selecteer de kolom met de tijdschaal.

  2. Sleep de selectiegreep aan de rechterkant van de kolom in de gewenste richting totdat het gebied de gewenste breedte heeft.

Meer tijdseenheden weergeven

  1. Klik op de ononderbroken lijn rond het Gantt-diagramframe om het frame te selecteren.

  2. Sleep de selectiegreep rechts in het midden van het frame naar rechts.

Opmerking: Wanneer u de tijdschaal uitbreidt om meer tijdseenheden weer te geven, kunt u ook de einddatum wijzigen die aan het project is gekoppeld.

Meer hulp nodig?

Meer opties?

Verken abonnementsvoordelen, blader door trainingscursussen, leer hoe u uw apparaat kunt beveiligen en meer.

Community's helpen u vragen te stellen en te beantwoorden, feedback te geven en te leren van experts met uitgebreide kennis.