Gebruik de macroactie DatabaseobjectVerzendenViaEmail in Access-bureaubladdatabases om een opgegeven gegevensblad, formulier, rapport of module van Access op te nemen in een e-mailbericht, waar het kan worden bekeken en doorgestuurd.
Opmerking: Deze actie is niet toegestaan als de database niet wordt vertrouwd.
Instellingen
De actie DatabaseObjectVerzendenViaEmail heeft de volgende argumenten.
Actieargument |
Beschrijving |
---|---|
Objecttype |
Het type object dat u wilt opnemen in het e-mailbericht. Selecteer een van de volgende opties in het vak Objecttype in het gedeelte Actieargumenten van het macro-ontwerpvenster: Tabel (voor een tabelgegevensblad), Query (voor een querygegevensblad), Formulier (voor een formulier of formuliergegevensblad), Rapport, Module, of Data Access-pagina, Serverweergave, Opgeslagen procedure of Functie. Het is niet mogelijk om een macro te verzenden. Als u het actieve object wilt opnemen in het bericht, selecteert u het bijbehorende type met dit argument, maar geeft u geen waarde op voor het argument Objectnaam. |
Objectnaam |
De naam van het object dat u wilt opnemen in het e-mailbericht. De lijst Objectnaam bevat alle objecten in de database van het type dat is geselecteerd met het argument Objecttype. Als u de argumenten Objecttype en Objectnaam allebei leeg laat, wordt er een bericht zonder een databaseobject verzonden naar het e-mailtoepassing. Als u een macro met daarin de actie DatabaseObjectVerzendenViaEmail uitvoert in een bibliotheekdatabase, zoekt Access eerst naar een object met deze naam in de bibliotheekdatabase en daarna in de huidige database. |
Uitvoerindeling |
Het type indeling dat u wilt gebruiken voor het opgenomen object. De lijst met indelingen waaruit u kunt selecteren, wordt gewijzigd, afhankelijk van wat u selecteert voor het argument Objecttype . Beschikbare indelingen zijn mogelijk Excel 97 - Excel 2003-werkmap (*.xls), Binaire Excel-werkmap (*.xlsb), Excel-werkmap (*.xlsx), HTML (*.htm, *.html), Microsoft Excel 5.0/95-werkmap (*.xls), PDF-indeling (*.pdf), rich text fomat (*.rtf), tekstbestanden (*.txt) of XPS-indeling (*.xps). in het vak Uitvoerindeling . Modules kunnen alleen in tekstindeling worden verzonden. Data Access-pagina's kunnen alleen worden verzonden in HTML-indeling. Als u geen waarde opgeeft voor dit argument, wordt u door Access gevraagd om de indeling voor de uitvoer. |
Naar |
De geadresseerden van het bericht van wie u de namen wilt weergeven op de regel Aan van het e-mailbericht. Als u geen waarde opgeeft voor dit argument, wordt u door Access gevraagd om de namen van de geadresseerden. Scheid de namen van de geadresseerden in dit argument (en in de argumenten CC en BCC) met een puntkomma (;) of met het scheidingsteken voor lijsten dat is ingesteld op het tabblad Getal van het dialoogvenster Landinstellingen in het Configuratiescherm van MicrosoftWindows. Als de e-mailtoepassing de namen van de geadresseerden niet kan herkennen, wordt het bericht niet verzonden en treedt er een fout op. |
CC |
De geadresseerden van het bericht van wie u de namen wilt weergeven op de regel CC ('carbon copy' of kopie) van het e-mailbericht. Als u dit argument leeg laat, is de regel CC in het e-mailbericht ook leeg. |
BCC |
De geadresseerden van het bericht van wie u de namen wilt weergeven op de regel BCC ('blind carbon copy' of blinde kopie) van het e-mailbericht. Als u dit argument leeg laat, is de regel BCC in het e-mailbericht ook leeg. |
Onderwerp |
Het onderwerp van het bericht. Deze tekst wordt weergegeven op de regel Onderwerp van het e-mailbericht. Als u dit argument leeg laat, is de regel Onderwerp in het e-mailbericht ook leeg. |
Bericht |
Typ hier de tekst die u wilt opnemen in het bericht, als toelichting op het database-object. Deze tekst wordt weergegeven in de hoofdtekst van het e-mailbericht, na het object. Als u dit argument leeg laat, wordt er geen extra tekst opgenomen in het e-mailbericht. Als u de argumenten Objecttype en Objectnaam leeg laat, kunt u dit argument gebruiken om een e-mailbericht te verzenden zonder een databaseobject. |
Bericht bewerken |
Hiermee geeft u op of het bericht kan worden bewerkt voordat het wordt verzonden. Als u Ja selecteert, wordt de e-mailtoepassing automatisch gestart en kan het bericht worden bewerkt. Als u Nee selecteert, wordt het bericht direct verzonden en kan de gebruiker het bericht dus niet bewerken. De standaardwaarde is Ja. |
Sjabloonbestand |
Het pad en de naam van een bestand dat u wilt gebruiken als een sjabloon voor een HTML-bestand. Het sjabloonbestand is een bestand met HTML-codes. |
Opmerkingen
Het object in het e-mailbericht heeft de geselecteerde uitvoerindeling. Wanneer u dubbelklikt op het object, wordt de juiste software gestart en wordt het object geopend.
De volgende regels gelden als u de actie DatabaseObjectVerzendenViaEmail gebruikt om een databaseobject op te nemen in een e-mailbericht:
-
U kunt gegevensbladen van tabellen, query's en formulieren verzenden. In het opgenomen object worden alle velden in het gegevensblad weergegeven zoals in Access, met uitzondering van velden die OLE-objecten bevatten. De kolommen voor deze velden worden wel opgenomen in het object, maar de velden zijn leeg.
-
Voor een besturingselement dat is gebonden aan een Ja/Nee-veld (een wisselknop, keuzerondje of selectievakje), bevat het uitvoerbestand de waarde –1 (Ja) of 0 (Nee).
-
Voor een tekstvak dat is gebonden aan een hyperlinkveld bevat het uitvoerbestand de hyperlink voor alle uitvoerindelingen, met uitzondering van MS-DOS-tekst (in dit geval wordt de hyperlink als normale tekst weergegeven).
-
Als u een formulier verzendt in de formulierweergave, bevat het opgenomen object altijd de gegevensbladweergave van het formulier.
-
Als u een rapport verzendt, zijn de enige besturingselementen die in het object zijn opgenomen tekstvakken en (in sommige gevallen) labels. Alle andere besturingselementen worden genegeerd. Kop- en voettekstinformatie is ook niet opgenomen. De enige uitzondering hierop is dat wanneer u een rapport in Excel-indeling verzendt, een tekstvak in een groepsvoettekst met een expressie met de functie Som in het object wordt opgenomen. Er is geen ander besturingselement in een kop- of voettekst (en geen andere statistische functie dan Som) opgenomen in het object.
-
Subrapporten worden opgenomen in het object.
-
Als u een gegevensblad, formulier of Data Access-pagina verstuurt in de HTML-indeling, wordt er één HTML-bestand gemaakt. Als u een rapport verstuurt in de HTML-indeling, wordt er voor elke pagina van het rapport één HTML-bestand gemaakt.
Als u de actie DatabaseObjectVerzendenViaEmail wilt uitvoeren in een VBA-module (Visual Basic for Applications), gebruikt u de methode SendObject van het DoCmd-object.
|
De volgende koppeling is verstrekt door Luke Chung. Luke is de oprichter en voorzitter van FMS, Inc., een toonaangevende leverancier van maatwerkdatabaseoplossingen en tools voor ontwikkelaars. |