OneNote 2016 is gebaseerd op de bestandsindeling die voor het eerst in OneNote 2010 en 2013 is gebruikt. De bestandsindeling van OneNote 2016 wordt ook wel 'OneNote 2010-2016-indeling voor notitieblokken' genoemd, zodat u weet dat deze compatibel is met de bestandsindeling van OneNote 2010-2013.
De OneNote 2016-bestandsindeling
Wanneer u een notitieblok in OneNote 2016 maakt, wordt dit automatisch opgeslagen in de nieuwe 2010-2016-bestandsindeling. U hebt deze indeling nodig als u wilt dat alle functies in OneNote 2016, zoals wiskundige vergelijkingen en gekoppelde notities, goed werken.
Notities:
-
OneNote 2007 kan geen bestanden lezen die zijn gemaakt met de bestandsindeling 2010-2016, maar OneNote 2016 notitieblokbestanden openen en weergeven die zijn opgeslagen in de oudere bestandsindeling van 2007. Als u 2007-notitieblokken wilt bewerken, moet u een upgrade uitvoeren naar de indeling 2010-2016.
-
Zie Een notitieblok converteren voor meer informatie over het upgraden naar de nieuwste versie van OneNote.
Compatibiliteit met eerdere versies
Wanneer u een upgrade van OneNote 2007 naar OneNote 2016 uitvoert, worden uw bestaande notitieblokken in de OneNote 2007-indeling niet automatisch geconverteerd. Hierdoor kunt u OneNote 2016 gebruiken voor alle notities waaraan u werkt, zoals samenwerkingsprojecten met personen van wie de gedeelde notitieblokken zijn opgeslagen in de eerdere indeling. Als u nog steeds notities deelt met personen die OneNote 2007 gebruiken, kunt u beter wachten met het upgraden van de notitieblokbestandsindeling totdat iedereen met wie u notitieblokken deelt, is overgestapt naar OneNote 2010 of later.
Controleren in welke bestandsindeling een notitieblok is opgeslagen:
-
Open een notitieblok in OneNote 2016 en kijk naar de titelbalk van het OneNote-venster. Als [compatibiliteitsmodus] naast de naam van het notitieblok wordt weergegeven, is het notitieblok opgeslagen in de oudere 2007-indeling.
-
Kies in OneNote 2010 Bestand > Info. Kies naast de naam van het notitieblok dat u wilt controleren de knop Instellingen en vervolgens Eigenschappen. Controleer in het dialoogvenster Eigenschappen voor notitieblok bij Standaardindeling in welke indeling het notitieblok is opgeslagen.