Selectievakjes zijn een veelzijdige functie in Excel, handig voor het maken van interactieve lijsten en formulieren. In dit artikel wordt beschreven hoe u deze toevoegt, verwijdert en schakelt.
Selectievakjes invoegen:
-
Schakel het bereik in waar u de selectievakjes wilt inschakelen.
-
Schakel het selectievakje > invoegen in.
Selectievakjes verwijderen
Selectievakjes verwijderen:
-
Selecteer het celbereik met de selectievakjes die u wilt verwijderen.
-
Druk op de delete-toets . Als alle selectievakjes zijn uitgeschakeld, worden ze verwijderd, anders worden ze uitgeschakeld (nu kunt u nogmaals op Delete drukken om ze te verwijderen).
Selectievakjes in- of uitschakelen
Een selectievakje in- of uitschakelen:
-
Klik op het selectievakje.
-
Schakel een of meer selectievakjes in en druk op Spatiebalk.
Selectievakjes hebben de waarde TRUE of FALSE
Een selectievakje bestaat uit de waarden WAAR en ONWAAR met selectievakjeopmaak.
-
Een ingeschakeld selectievakje heeft de waarde TRUE.
-
Een uitgeschakeld selectievakje heeft de waarde ONWAAR.
Als u verwijst naar een selectievakjecel met een formule, wordt WAAR of ONWAAR doorgegeven aan die formule.
Als u bijvoorbeeld een selectievakje in cel A1 hebt, kunt u een formule zoals =ALS(A1; "Checked", "Unchecked") gebruiken om een aangepast bericht weer te geven op basis van de status van het selectievakje.
De opmaak van selectievakjes (en alle andere opmaak) verwijderen met behoud van de waarden:
-
Selecteer het celbereik met de selectievakjes die u wilt verwijderen.
-
Selecteer Start > Wissen > Opmaak wissen.