In dit artikel worden de syntaxis en het gebruik van de functie UNITEKEN in Microsoft Excel beschreven.
Beschrijving
Geeft als resultaat het Unicode-teken waarnaar door de opgegeven numerieke waarde wordt verwezen.
Syntaxis
UNITEKEN(getal)
De syntaxis van de functie UNITEKEN heeft de volgende argumenten:
-
Getal Vereist. Getal is het Unicode-getal waarmee het teken wordt aangegeven.
Opmerkingen
-
Het geretourneerde Unicode-teken kan een reeks tekens zijn, bijvoorbeeld in UTF-8- of UTF-16-codes.
-
Als een Unicode-getal een gedeeltelijk surrogaat is en een gegevenstype ongeldig is, geeft UNITEKEN de foutwaarde #N/B als resultaat.
-
Als getal een numerieke waarde is die buiten het toegestane bereik valt, geeft UNITEKEN de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
-
Als getal nul (0) is, geeft UNITEKEN de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=UNITEKEN(66) |
Retourneert het teken dat wordt voorgesteld door het unicode-getal 66 (hoofdletter B). |
B |
=UNITEKEN(32) |
Retourneert het teken dat wordt voorgesteld door het unicode-getal 32 (spatie). |
Spatie |
=UNITEKEN(0) |
Het unicode-getal 0 retourneert de foutwaarde #WAARDE! |
#WAARDE! |