Gebruik het dialoogvenster Draaitabelopties om verschillende instellingen voor een draaitabel te beheren.
Naam Hiermee wordt de naam van de draaitabel weergegeven. Als u de naam wilt wijzigen, klikt u op de tekst in het vak en bewerkt u de naam.
Indeling & Opmaak
Sectie Indeling
Cellen met labels samenvoegen en centreren Selecteer dit selectievakje als u cellen voor items in de buitenste rij en kolom wilt samenvoegen, zodat u de items horizontaal en verticaal kunt centreren. Schakel het selectievakje uit als u items in de buitenste rij en kolom bovenaan een itemgroep links wilt uitvullen.
Rijlabels laten inspringen in compacte vorm Als u rijen in het gebied met rijlabels wilt laten inspringen wanneer de draaitabel een compacte indeling heeft, selecteert u een inspringingsniveau van 0 tot 127.
Velden in rapportfiltergebied weergeven Selecteer Omlaag, dan opzij als u eerst velden in het rapportfiltergebied van boven naar beneden wilt weergeven naarmate er velden aan worden toegevoegd, voordat u een andere kolom gebruikt. Selecteer Opzij, dan omlaag als u eerst velden in het rapportfiltergebied van links naar rechts wilt weergeven naarmate er velden aan worden toegevoegd, voordat u een andere rij gebruikt.
Rapportfiltervelden per kolom Typ of selecteer het aantal velden dat moet worden weergegeven voordat u een andere kolom of rij op basis van de instelling van Velden weergegeven in het rapportfiltergebied gebruikt.
Sectie Opmaak
Voor foutwaarden weergeven Selecteer dit selectievakje en typ de tekst, bijvoorbeeld 'Ongeldig', die u in plaats van een foutbericht in de cel wilt weergeven. Schakel het vakje uit als u een foutbericht wilt weergeven.
Voor lege cellen weergeven Selecteer dit selectievakje en typ de tekst, bijvoorbeeld 'Leeg', die u in plaats van een lege cel in de cel wilt weergeven.
Kolombreedte automatisch aanpassen bij bijwerken Selecteer dit selectievakje als u de draaitabelkolommen automatisch wilt aanpassen aan de grootte van de langste tekst of getalwaarde. Schakel het vakje uit als u de huidige breedte van de draaitabelkolom wilt behouden.
Celopmaak behouden bij bijwerken Selecteer om de indeling en opmaak van de draaitabel op te slaan, zodat deze telkens wordt gebruikt wanneer u een bewerking uitvoert op de draaitabel. Schakel uit om de indeling en indeling van de draaitabel niet op te slaan en gebruik de standaardindeling en -indeling telkens wanneer u een bewerking uitvoert op de draaitabel.
Totalen & filters
Sectie Eindtotalen
Totalen voor rijen weergeven Schakel dit selectievakje in of uit als u de kolom Eindtotaal naast de laatste kolom weer wilt geven of wilt verbergen.
Totalen voor kolommen weergeven Schakel deze optie in of uit om de rij Eindtotaal onder aan de draaitabel weer te geven of te verbergen.
Sectie Filters
Subtotaal van gefilterde pagina-items berekenen Schakel dit selectievakje in of uit als u in het rapport gefilterde items in subtotalen wilt opnemen of uitsluiten.
Opmerking: De OLAP-gegevensbron moet de subselectiesyntaxis van MDX-expressies ondersteunen.
Totalen markeren met * Schakel dit selectievakje in of uit om naast de totalen een sterretje weer te geven of te verbergen. Het sterretje geeft aan dat de waarden die worden weergegeven en bij de berekening van het totaal door Excel worden gebruikt, niet de enige waarden zijn die in de berekening worden gebruikt.
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als de OLAP-gegevensbron de subselectiesyntaxis van MDX-expressies niet ondersteunt.
Meerdere filters per veld toestaan Schakel dit selectievakje in als u alle waarden wilt opnemen, inclusief de waarden die door filteren zijn verborgen, als subtotalen en het eindtotaal worden berekend. Schakel dit selectievakje uit als u alleen weergegeven waarden wilt opnemen als subtotalen en het eindtotaal worden berekend.
Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar voor een niet-OLAP-gegevensbron.
Sectie Sorteren
Aangepaste lijsten gebruiken bij het sorteren Schakel dit selectievakje in of uit als u het gebruik van aangepaste lijsten wilt in- respectievelijk uitschakelen als u lijsten wilt sorteren. Als u dit vakje uitschakelt, worden de prestaties mogelijk verbeterd bij het sorteren van grote hoeveelheden gegevens.
Weergeven
Sectie Weergave
Knoppen voor uit- en samenvouwen weergeven Schakel dit selectievakje in als u de knoppen met het plusteken en het minteken wilt weergeven waarmee u rij- of kolomlabels uitvouwt of samenvouwt. Schakel dit selectievakje uit als u deze knoppen niet wilt weergeven. U kunt de plus- of mintekenknoppen verbergen wanneer u een draaitabel afdrukt of wanneer u een draaitabel alleen weergeeft voor weergave.
Contextafhankelijke knopinfo weergeven Schakel dit selectievakje in om knopinfo met informatie over de waarde, rij, of kolom voor een veld of gegevenswaarde weer te geven. Schakel dit selectievakje uit als u geen knopinfo wilt weergeven.
Eigenschappen weergeven in knopinfo Schakel dit selectievakje in of uit om knopinfo over eigenschappen van een item weer te geven of te verbergen.
Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Veldbijschriften en filterkeuzelijsten weergeven Schakel deze optie in of uit om draaitabelbijschriften boven aan de draaitabel weer te geven of te verbergen en filter vervolgkeuzepijlen op kolom- en rijlabels.
Klassieke draaitabelindeling Schakel deze optie in of uit om het slepen van velden in of uit de draaitabel in of uit te schakelen.
Items zonder gegevens weergeven in rijen Schakel dit selectievakje in of uit om items zonder waarden in rijen weer te geven of te verbergen.
Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Items zonder gegevens in kolommen weergeven Schakel dit selectievakje in of uit om items zonder waarden in kolommen weer te geven of te verbergen.
Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Itemlabels weergeven als het waardegebied geen velden bevat Schakel dit selectievakje in of uit om itemlabels weer te geven of te verbergen als het waardegebied geen velden bevat.
Berekende onderdelen van OLAP-server weergeven Schakel dit selectievakje in of uit om berekende onderdelen in een dimensie weer te geven of te verbergen. Dit selectievakje is niet van invloed op berekende maten.
Opmerking: Deze instelling is alleen beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Sectie Lijst met velden
De volgende twee opties sluiten elkaar uit.
Sorteren van A naar Z Selecteer deze optie als u de velden in de lijst met draaitabelvelden in oplopende alfabetische volgorde wilt sorteren.
Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Sorteren in volgorde van gegevensbron Selecteer deze optie als u de velden in de lijst met draaitabelvelden wilt sorteren in de volgorde die door de externe gegevensbron wordt opgegeven.
Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Afdrukken
Knoppen voor uit- en samenvouwen afdrukken indien weergegeven in de draaitabel Schakel deze optie in of uit om knoppen voor uitvouwen en samenvouwen weer te geven of te verbergen wanneer u een draaitabel afdrukt. Dit selectievakje is niet beschikbaar als u het selectievakje Analyseknoppen weergeven op het tabblad Weergave van dit dialoogvenster hebt uitgeschakeld.
Rijlabels op elke afgedrukte pagina herhalen Schakel deze optie in of uit om de huidige itemlabels van het rijlabelgebied op elke pagina van een afgedrukte draaitabel te herhalen.
Afdruktitels instellen Schakel deze optie in of uit om het herhalen van rij- en kolomveldkoppen en kolomitemslabels op elke afgedrukte pagina van een draaitabel in of uit te schakelen.
Opmerking: Als u de labels daadwerkelijk wilt afdrukken, moet u waarden invoeren in het vak Rijen bovenaan op elke pagina of Kolommen links op elke pagina onder de sectie Titels afdrukken op het tabblad Blad van het dialoogvenster Pagina-instelling. Klik hiertoe op het tabblad Pagina-indeling, in de groep Pagina-instelling, op Titels afdrukken.
Gegevens
Sectie Draaitabelgegevens
Brongegevens bij bestand opslaan Schakel dit selectievakje in of uit als u de gegevens van de externe gegevensbron al dan niet met de werkmap wilt opslaan.
Notities:
-
Deze instelling mag niet worden gebruikt voor het beheren van gegevensprivacy.
-
Deze instelling is ook niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Details weergeven inschakelen Schakel dit selectievakje in of uit om aan te geven of u de detailgegevens van de gegevensbron wilt weergeven en de gegevens vervolgens op een nieuw werkblad wilt weergeven.
Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Gegevens vernieuwen bij openen van het bestand Schakel deze optie in of uit om de gegevens te vernieuwen of niet te vernieuwen wanneer u de Excel-werkmap opent die deze draaitabel bevat.
Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.
Sectie Items behouden die uit de gegevensbron zijn verwijderd
Aantal items per veld dat behouden moet blijven Selecteer een van de volgende opties om het aantal items op te geven dat voor elk veld in de tijdelijke cache bij de werkmap moet worden opgeslagen:
-
Automatisch Het standaardaantal unieke items voor elk veld.
-
Geen Geen unieke items voor elk veld.
-
Max Het maximum aantal unieke items voor elk veld. U kunt maximaal 1.048.576 items opgeven.
Opmerking: Deze instelling is niet beschikbaar voor een OLAP-gegevensbron.