In dit artikel worden de syntaxis en het gebruik van de functie IS.EVEN beschreven in Microsoft Excel.
Beschrijving
Resulteert in WAAR als getal even is en in ONWAAR als getal oneven is.
Syntaxis
IS.EVEN(getal)
De syntaxis van de functie IS.EVEN heeft de volgende argumenten:
-
Getal Vereist. De waarde die u wilt testen. Als getal geen geheel getal is, wordt de waarde afgekapt.
Opmerkingen
Als getal een niet-numerieke waarde is, geeft IS.EVEN de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=IS.EVEN(-1) |
Hiermee wordt getest of -1 een even getal is. |
ONWAAR |
=IS.EVEN(2,5) |
Hiermee wordt gecontroleerd of 2,5 een even getal is. Het decimale gedeelte (5) wordt afgekapt, dus alleen 2 wordt getest. |
WAAR |
=IS.EVEN(5) |
Hiermee wordt getest of 5 een even getal is. |
ONWAAR |
=IS.EVEN(0) |
Nul (0) wordt als even getal beschouwd. |
WAAR |
23.12.11 |
Hiermee wordt de datum in A6 getest. De decimale weergave van 23.12.2011 is 40900. |
WAAR |