Impliciet snijpunt-operator: @

Bijgewerkte formuletaal

De bijgewerkte formuletaal in Excel is nagenoeg identiek aan de oude taal, behalve dat de @-operator wordt gebruikt om aan te geven waar een impliciet snijpunt kan optreden, terwijl de oude taal dit ongemerkt deed. Hierdoor ziet u mogelijk dat er @'s worden weergegeven in sommige formules wanneer u deze opent in dynamische matrix-Excel. Het is belangrijk om te weten dat formules hun berekeningen blijven uitvoeren zoals ze dat altijd hebben gedaan.

Wat is impliciet snijpunt?

Impliciet snijpuntlogica reduceert veel waarden tot een enkele waarde. Excel heeft dit gedaan om een formule te forceren slechts één waarde te retourneren, aangezien een cel slechts één waarde kan bevatten. Als uw formule voorheen al één waarde retourneerde, heeft impliciet snijpunt niets hoeven doen (ook al werd het technisch wel op de achtergrond gedaan). De logica werkt als volgt:

Als de waarde uit een enkel item bestaat, wordt het item geretourneerd.
Als de waarde een bereik is, wordt de waarde uit de cel in dezelfde rij of kolom als de formule geretourneerd.
Als de waarde een matrix is, kiest u de waarde links boven.

Met de enorme hoeveelheid dynamische matrices is Excel niet langer beperkt tot het retourneren van enkele waarden uit formules, dus een ongemerkt impliciet snijpunt is niet meer nodig. Waar een oude formule een impliciet snijpunt onzichtbaar kan activeren, geeft met dynamische matrix ingeschakelde Excel weer waar dit zou hebben opgetreden met het @.

Waarom het @-symbool?

Het @-symbool wordt al gebruikt in tabelverwijzingen om impliciet snijpunt aan te geven. Kijk eens naar de volgende formule in een tabel =[@Kolom1]. Hier geeft het @ aan dat de formule impliciet snijpunt moet gebruiken om de waarde in dezelfde rij op te halen uit [Kolom1].

Kunt u het @ verwijderen?

Vaak is dit mogelijk. Het hangt af van wat het deel van de formule rechts van het @ retourneert:

Als het resultaat een enkele waarde is (het meest voorkomende geval), verandert er niets als u het @ verwijderd.
Als het een bereik of matrix retourneert, resulteert het verwijderen van het @ in het overlopen naar aangrenzende cellen.

Als u een automatisch toegevoegd @ verwijdert en de werkmap later opent in een oudere versie van Excel, wordt deze weergegeven als een verouderde matrixformule (met accolades {}). Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de oudere versie geen impliciet snijpunt activeert.

Wanneer voegen we het @ toe aan oude formules?

In het algemeen worden functies die meerdere celbereiken of matrices retourneren, voorafgegaan door een @ als ze zijn gemaakt in een oudere versie van Excel. Het is belangrijk om te weten dat er geen wijziging is in de manier waarop de formule zich gedraagt. U kunt nu alleen het voorheen onzichtbare impliciete snijpunt zien. Veelvoorkomende functies die meerdere celbereiken kunnen retourneren, zijn INDEX, VERSCHUIVING en Door de gebruiker gedefinieerde functies (GGF's). Een gemeenschappelijke uitzondering is als ze zijn ingepakt in een functie die een matrix of bereik accepteert (bijvoorbeeld SOM() of GEMIDDELDE()).

Raadpleeg Excel-functies die bereiken of matrices retourneren voor meer informatie.

Voorbeelden

Oorspronkelijke formule	Zoals gezien in dynamische matrix-Excel	Uitleg
=SOM(A1:A10)	=SOM(A1:A10)	Geen wijziging: er kan geen impliciet snijpunt optreden, omdat de functie SOM bereiken of matrices verwacht.
=A1+A2	=A1+A2	Geen wijziging: er kan geen impliciet snijpunt optreden.
=A1:A10	=@A1:A10	Impliciet snijpunt treedt op en Excel retourneert de waarde die is gekoppeld aan de rij waarin de formule zich bevindt.
=INDEX(A1:A10,B1)	=@INDEX(A1:A10,B1)	Impliciet snijpunt kan optreden. De INDEX-functie kan een matrix of bereik retourneren wanneer het tweede of derde argument 0 is.
=VERSCHUIVING(A1:A2,1,1)	=@VERSCHUIVING(A1:A2,1,1)	Impliciet snijpunt kan optreden. De functie VERSCHUIVING kan een meerdere celbereik retourneren. Wanneer dit gebeurt, zou impliciet snijpunt worden getriggerd.
=MYUDF()	=@MYUDF()	Impliciet snijpunt kan optreden. Door de gebruiker gedefinieerde functies kunnen matrices retourneren. Wanneer ze dit doen, zou de oorspronkelijke formule een impliciet snijpunt hebben geactiveerd.

De @-operator gebruiken in nieuwe formules

Als u in dynamische matrix-Excel een formule maakt of bewerkt die de @-operator bevat, kan deze worden weergegeven als _xlfn.SINGLE() in pre-dynamische matrix-Excel.

Dit treedt op wanneer u een gemengde formule toepast. Een gemengde formule is een formule die afhankelijk is van zowel een matrixberekening als een impliciet snijpunt. Dit werd niet ondersteund door pre-dynamische matrix-Excel. Pre-dynamische matrix ondersteunde alleen formules met i) impliciet snijpunt of ii) matrixberekening.

Wanneer met dynamische matrix ingeschakelde Excel detecteert dat er een 'gemengde formule' is gemaakt, wordt een variant van de formule voorgesteld volledig met impliciet snijpunt. Als u bijvoorbeeld =A1:A10+@A1:A10 invoert, ziet u het volgende dialoogvenster:

Een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u liever de formule =@A1:A10 + @A1:A10 gebruikt.

Als u de formule die in het dialoogvenster wordt voorgesteld wilt weigeren, wordt de gemengde formule =A1:A10+@A1:A10 toegepast. Als u deze formule later opent in pre-dynamische matrix-Excel, wordt deze weergegeven als =A1:A10+_xlfn.SINGLE(A1:A10) met de @'s in de gemengde formule die wordt weergegeven als _xlfn.SINGLE(). Wanneer deze formule wordt geëvalueerd door pre-dynamische matrix-Excel, wordt een #NAME! geretourneerd foutwaarde #WAARDE!.