Berekent de inverse van de F-kansverdeling. Als kans = F.VERDELING(x,...), geldt F.INVERSE(kans,...) = x.
U gebruikt de F-verdeling voor een F-toets waarbij u de mate van variabiliteit in twee gegevensverzamelingen vergelijkt. U kunt bijvoorbeeld de inkomensspreiding in de Verenigde Staten en Canada vergelijken om na te gaan of de twee landen een vergelijkbare mate van diversiteit hebben.
Syntaxis
F.INVERSE(kans;vrijheidsgraden1;vrijheidsgraden2)
kans is een kans die samenhangt met de cumulatieve F-verdeling.
vrijheidsgraden1 is het aantal vrijheidsgraden van de teller.
Vrijheidsgraden2 is het aantal vrijheidsgraden van de noemer.
Opmerkingen
-
Als een van de argumenten een niet-numerieke waarde is, geeft F.INVERSE de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
-
Als kans < 0 of kans > 1, geeft F.INVERSE de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als vrijheidsgraden1 of vrijheidsgraden2 geen geheel getal is, wordt de waarde afgekapt.
-
Als vrijheidsgraden1 < 1 of vrijheidsgraden1 ≥ 10^10, geeft F.INVERSE de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als vrijheidsgraden2 < 1 of vrijheidsgraden2 ≥ 10^10, geeft F.INVERSE de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
Met F.INVERSE kunt u kritieke waarden berekenen op basis van de F-verdeling. De uitkomst van een variantie-analyseberekening bevat bijvoorbeeld vaak gegevens voor de statistische waarde F, de kans F en de kritieke waarde van F op het significantieniveau 0,05. U kunt de kritieke waarde van F berekenen door het significantieniveau te gebruiken als het argument kans in F.INVERSE.
F.INVERSE gebruikt een iteratieve techniek voor het berekenen van de functie. Bij een gegeven kanswaarde itereert F.INVERSE tot het resultaat tot op ± 3x10^-7 nauwkeurig is. Als F.INVERSE na 100 iteraties niet convergeert, retourneert de functie de foutwaarde #N/B.
Voorbeeld
Kans |
Vrijheidsgraden1 |
Vrijheidsgraden2 |
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
0,01 |
6 |
4 |
=F.INVERSE([Kans];[Vrijheidsgraden1];[Vrijheidsgraden2]) |
Inverse van de F-kansverdeling voor de opgegeven argumenten (15,20675) |