Geeft als resultaat de F-kansverdeling. U gebruikt deze functie om vast te stellen of de gegevens in twee verzamelingen in verschillende mate uiteenlopen. U kunt bijvoorbeeld de examenuitslagen van jongens en meisjes bestuderen wanneer ze met de middelbare school beginnen en nagaan of de variabiliteit tussen meisjes anders is dan tussen jongens.
Syntaxis
F.VERDELING(x;vrijheidsgraden1;vrijheidsgraden2)
x is de waarde waarvoor de functie wordt geëvalueerd.
vrijheidsgraden1 is het aantal vrijheidsgraden van de teller.
Vrijheidsgraden2 is het aantal vrijheidsgraden van de noemer.
Opmerkingen
-
Als een van de argumenten een niet-numerieke waarde is, geeft F.VERDELING de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
-
Als x een negatief getal is, geeft F.VERDELING de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als vrijheidsgraden1 of vrijheidsgraden2 geen geheel getal is, wordt de waarde afgekapt.
-
Als vrijheidsgraden1 < 1 of vrijheidsgraden1 ≥ 10^10, geeft F.VERDELING de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
Als vrijheidsgraden2 < 1 of vrijheidsgraden2 ≥ 10^10, geeft F.VERDELING de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
-
F.VERDELING wordt berekend als F.VERDELING=P( F<x ), waarbij F een willekeurige variabele is die een F-verdeling heeft.
Voorbeeld
X |
Vrijheidsgraden1 |
Vrijheidsgraden2 |
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
15,20675 |
6 |
4 |
=F.VERDELING([X];[Vrijheidsgraden1];[Vrijheidsgraden2]) |
De F-kansverdeling voor de opgegeven argumenten (0,01) |