Opmerking: We willen u graag zo snel mogelijk de meest recente Help-inhoud in uw eigen taal bieden. Deze pagina is automatisch vertaald en kan grammaticale fouten of onnauwkeurigheden bevatten. Wij hopen dat deze inhoud nuttig voor u is. Kunt u ons onder aan deze pagina laten weten of de informatie nuttig voor u was? Hier is het Engelstalige artikel ter referentie.
Retourneert het sequentiële seriële getal dat een bepaalde datum voorstelt.
Syntaxis
DATUM(jaar;maand;dag)
Jaar Het argument jaar kan één tot vier cijfers bevatten. Als jaar een waarde van 0 (nul) tot en met 1899 is, wordt deze waarde opgeteld bij 1900 om het jaartal te berekenen. DATE(108,1,2) resulteert bijvoorbeeld in 2 januari 2008 (1900+108). Als jaar een waarde van 1900 tot en met 9999 is, wordt deze waarde als jaartal gebruikt. DATE(2008,1,2) resulteert bijvoorbeeld in 2 januari 2008.
Maand is een getal dat de maand van het jaar aangeeft. Als maand groter is dan 12, wordt dat aantal maanden opgeteld bij de eerste maand in het opgegeven jaar. DATE(2008,14,2) retourneert bijvoorbeeld het seriële getal voor 2 februari 2009.
Dag is een getal dat de dag van de maand aangeeft. Als dag groter is dan het aantal dagen in de opgegeven maand, wordt dat aantal dagen opgeteld bij de eerste dag van de maand. DATE(2008,1,35) resulteert bijvoorbeeld in het seriële getal voor 4 februari 2008.
Opmerkingen
-
Datums worden opgeslagen als sequentiële seriële getallen zodat ze in berekeningen kunnen worden gebruikt. Standaard heeft 31 december 1899 het seriële getal 1 en heeft 1 januari 2008 het seriële getal 39448 omdat het 39.448 dagen na 1 januari 1900 valt.
-
De functie DATUM is vooral nuttig in formules waarin jaar, maand en dag formules en geen constanten zijn.
Voorbeeld
Jaar |
Maand |
Dag |
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
2008 |
2,5 |
2,5 |
=DATUM([Jaar];[Maand];[Dag]) |
Seriële datum voor de datum (1-1-2008 of 39448) |