In dit artikel worden de syntaxis van de formule en het gebruik van de functie COVARIANTIE.S in Microsoft Excel beschreven.
Berekent de covariantie van een steekproef, het gemiddelde van de producten van deviaties voor elk paar gegevenspunten in twee gegevensverzamelingen.
Syntaxis
COVARIANTIE.S(matrix1,matrix2)
De syntaxis van de functie COVARIANTIE.S heeft de volgende argumenten:
-
matrix1 Vereist. Het eerste cellenbereik met gehele getallen.
-
matrix2 Vereist. Het tweede cellenbereik met gehele getallen.
Opmerkingen
-
Geldige argumenten zijn getallen, of namen, matrices of verwijzingen die getallen bevatten.
-
Als een matrix- of verwijzingsargument tekst, logische waarden of lege cellen bevat, worden deze waarden genegeerd. Cellen met de waarde 0 worden echter wel in de berekening opgenomen.
-
Als matrix1 en matrix2 een verschillend aantal gegevenspunten bevatten, geeft COVARIANTIE.S de foutwaarde #N/B als resultaat.
-
Als matrix1 of matrix2 leeg is of maar één gegevenspunt bevat, geeft COVARIANTIE.S de foutwaarde #DEEL/0! als resultaat.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=COVARIANTIE.S({2;4;8},{5;11;12}) |
Berekent de covariantie van een steekproef voor de gegevenspunten die in een matrix in de functie zijn ingevoerd. |
9,666666667 |
2 |
5 |
|
4 |
11 |
|
8 |
12 |
|
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=COVARIANTIE.S(A3:A5;B3:B5) |
Berekent de covariantie van een steekproef voor de identieke gegevenspunten, die nu echter als celbereik in de functie zijn ingevoerd. |
9,666666667 |