Retourneert een getal dat naar boven is afgerond, verder van nul verwijderd, naar het dichtstbij gelegen significante veelvoud. Als u uw prijzen altijd wilt afronden op 5 of 10 cent en het product op € 4,42 is geprijsd, gebruikt u de formule =AFRONDEN.BOVEN(4,42; 0,05) om prijzen af te ronden naar het dichtstbij gelegen veelvoud van vijf cent.
Syntaxis
AFRONDEN.BOVEN(getal;significantie)
getal is de waarde die u wilt afronden.
Significantie is het veelvoud waarop u wilt afronden.
Opmerkingen
-
Als een van de argumenten een niet-numerieke waarde is, geeft AFRONDEN.BOVEN de foutwaarde #WAARDE! als resultaat.
-
Ongeacht het teken van het getal impliceert naar boven afronden altijd dat de resulterende waarde verder van nul komt te liggen. Als het getal een exact significant veelvoud is, vindt geen afronding plaats.
-
Als getal en significantie niet beide positief of negatief zijn, geeft AFRONDEN.BOVEN de foutwaarde #GETAL! als resultaat.
Voorbeelden
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
=AFRONDEN.BOVEN(2,5; 1) |
Rondt de waarde 2,5 naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van 1 (3) |
=AFRONDEN.BOVEN(-2,5; -2) |
Rondt de waarde -2,5 naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van -2 (-4) |
=AFRONDEN.BOVEN(-2,5; 2) |
Geeft een fout als resultaat omdat -2,5 en 2 niet beide positief of negatief zijn (#GETAL!) |
=AFRONDEN.BOVEN(1,5; 0,1) |
Rondt de waarde 1,5 naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,1 (1,5) |
=AFRONDEN.BOVEN(0,234; 0,01) |
Rondt de waarde 0,234 naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,01 (0,24) |