Retourneert een aggregaat in een lijst of database. De functie AGGREGAAT kan verschillende statistische functies toepassen op een lijst of database, met de optie om verborgen rijen en foutwaarden te negeren.
Syntaxis
Verwijzingsvariant
AGGREGAAT(functie_getal, opties, verw1, [verw2], …)
Matrixvariant
AGGREGAAT(functie_getal, opties, matrix, [k])
De syntaxis van de functie AGGREGAAT heeft de volgende argumenten:
-
functie_getal Vereist. Een getal van 1 tot 19 dat aangeeft welke functie moet worden gebruikt.
functie_getal |
Functie |
1 |
GEMIDDELDE |
2 |
AANTAL |
3 |
AANTALARG |
4 |
MAX |
5 |
MIN |
6 |
PRODUCT |
7 |
STDEV.S |
8 |
STDEV.P |
9 |
SOM |
10 |
VAR.S |
11 |
VAR.P |
12 |
MEDIAAN |
13 |
MODUS.ENKELV |
14 |
GROOTSTE |
15 |
KLEINSTE |
16 |
PERCENTIEL.INC |
17 |
KWARTIEL.INC |
18 |
PERCENTIEL.EXC |
19 |
KWARTIEL.EXC |
-
Opties Vereist. Een numerieke waarde die bepaalt welke waarden in het evaluatiebereik voor de functie worden genegeerd.
Opmerking: De functie negeert geen verborgen rijen, geneste subtotalen of geneste statistische functies als het matrixargument een berekening bevat, bijvoorbeeld =AGGREGAAT(14;3;A1:A100*(A1:A100>0);1)
Optie |
Gedrag |
0 of niets |
Geneste functies SUBTOTAAL en AGGREGAAT negeren |
1 |
Verborgen rijen en geneste functies SUBTOTAAL en AGGREGAAT negeren |
2 |
Verborgen foutwaarden en geneste functies SUBTOTAAL en AGGREGAAT negeren |
3 |
Verborgen rijen, foutwaarden en geneste functies SUBTOTAAL en AGGREGAAT negeren |
4 |
Niets negeren |
5 |
Verborgen rijen negeren |
6 |
Foutwaarden negeren |
7 |
Verborgen rijen en foutwaarden negeren |
-
verw1 Vereist. Het eerste numerieke argument voor functies die meerdere numerieke argumenten hebben waarvoor u de aggregaatwaarde wilt hebben.
-
verw2,... Optioneel. Numerieke argumenten 2 tot 253 waarvoor u de aggregaatwaarde wilt hebben.
Voor functies die met een matrix werken is verw1 een matrix, een matrixformule of een verwijzing naar een cellenbereik waarvoor u de aggregaatwaarde wilt hebben. verw2 is een tweede argument, dat voor bepaalde functies vereist is. Voor de volgende functies is een argument verw2 vereist:
Functie |
GROOTSTE(matrix,k) |
KLEINSTE (matrix,k) |
PERCENTIEL.INC(matrix,k) |
KWARTIEL.INC(matrix,kwart) |
PERCENTIEL.EXC(matrix,k) |
KWARTIEL.EXC(matrix,kwart) |
Opmerkingen
functie_getal :
-
Zodra u het argument functie_getal typt wanneer u de functie AGGREGAAT in een cel op het werkblad invoert, wordt een lijst weergegeven met alle functies die u als argument kunt gebruiken.
Fouten:
-
Als een tweede verwijzingsargument vereist is maar niet wordt opgegeven, geeft AGGREGAAT de fout #WAARDE! als resultaat.
-
Als een of meer van de verwijzingen 3D-verwijzingen zijn, geeft AGGREGAAT de fout #WAARDE! als resultaat.
Type bereik:
-
De functie AGGREGAAT is bedoeld voor kolommen met gegevens, of verticale bereiken. Deze functie is niet bedoeld voor rijen met gegevens, of horizontale bereiken. Als u bijvoorbeeld een subtotaal maakt van een horizontaal bereik met optie 1, zoals AGGREGAAT(1, 1, verw1), heeft het verbergen van een kolom geen invloed op het aggregaat. Het verbergen van een rij in een verticaal bereik heeft wel invloed op de somwaarde van het aggregaat.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
#DEEL/0! |
82 |
|
72 |
65 |
|
30 |
95 |
|
#GETAL! |
63 |
|
31 |
53 |
|
96 |
71 |
|
32 |
55 |
|
81 |
83 |
|
33 |
100 |
|
53 |
91 |
|
34 |
89 |
|
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=AGGREGAAT(4; 6; A1:A11) |
Berekent de maximumwaarde terwijl fouten in het bereik worden genegeerd. |
96 |
=AGGREGAAT(14; 6; A1:A11; 3) |
Berekent de op twee na grootste waarde terwijl fouten in het bereik worden genegeerd. |
72 |
=AGGREGAAT(15; 6; A1:A11) |
Retourneert #VALUE! -fout. Dit komt doordat AGGREGAAT een tweede verw-argument verwacht, omdat voor de functie (SMALL) een argument is vereist. |
#WAARDE! |
=AGGREGAAT(12; 6; A1:A11; B1:B11) |
Berekent de mediaan terwijl fouten in het bereik worden genegeerd. |
68 |
=MAX(A1:A2) |
Geeft een foutwaarde als resultaat, aangezien er foutwaarden in het evaluatiebereik voorkomen. |
#DEEL/0! |