Beschrijving
De functie AFRONDEN rondt een getal af op het opgegeven aantal decimalen. Als de cel A1 bijvoorbeeld 23,7825 bevat en u die waarde wilt afronden op twee decimalen, kunt u de volgende formule gebruiken:
=AFRONDEN(A1;2)
Het resultaat van deze functie is 23,78.
Syntaxis
AFRONDEN(getal;aantal_decimalen)
De syntaxis van de functie AFRONDEN heeft de volgende argumenten:
-
getal Vereist. Het getal dat u wilt afronden.
-
aantal-decimalen Vereist. Het aantal decimalen waarop u het argument getal wilt afronden.
Opmerkingen
-
Als aantal_decimalen groter dan 0 is, wordt het getal afgerond op het aantal opgegeven decimalen.
-
Als aantal_decimalen gelijk aan 0 is, wordt het getal afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
-
Als aantal_decimalen kleiner dan 0 is, wordt het getal afgerond op de waarde links van het decimaalteken.
-
Als u altijd naar boven (verder van nul af) wilt afronden, gebruikt u de functie AFRONDEN.NAAR.BOVEN.
-
Als u altijd naar beneden (dichter naar nul toe) wilt afronden, gebruikt u de functie AFRONDEN.NAAR.BENEDEN.
-
Als u een getal wilt afronden op een bepaald veelvoud (bijvoorbeeld op de dichtstbijzijnde 0,5), gebruikt u de functie AFRONDEN.N.VEELVOUD.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Formule |
Beschrijving |
Resultaat |
=AFRONDEN(2,15;1) |
Hiermee wordt 2,15 afgerond op één decimaal. |
2,2 |
=AFRONDEN(2,149;1) |
Hiermee wordt 2,149 afgerond op één decimaal. |
2,1 |
=AFRONDEN(-1,475;2) |
Hiermee wordt -1,475 afgerond op twee decimalen. |
-1,48 |
=AFRONDEN(21,5;-1) |
Hiermee wordt 21,5 afgerond op twee cijfers links van de decimale komma. |
20 |
=AFRONDEN(626,3;-3) |
Hiermee wordt 626,3 afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 1000. |
1000 |
=AFRONDEN(1,98;-1) |
Hiermee wordt 1,98 afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 10. |
0 |
=AFRONDEN(-50,55;-2) |
Hiermee wordt -50,55 afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 100. |
-100 |