In dit artikel worden de syntaxis en het gebruik van de formule AFRONDEN.BENEDEN.WISK in Microsoft Excel beschreven.
Beschrijving
Rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal of het dichtstbijzijnde significante veelvoud.
Syntaxis
AFRONDEN.BENEDEN.WISK(getal;significantie;modus)
De syntaxis van de functie AFRONDEN.BENEDEN.WISK heeft de volgende argumenten:
-
Getal Vereist. Het getal dat u naar beneden wilt afronden.
-
significantie Optioneel. De veelvoud waarop u wilt afronden.
-
modus Optioneel. De richting (naar 0 toe of van 0 af) om negatieve getallen weer te geven.
Opmerkingen
-
Positieve getallen met decimale gedeelten worden standaard naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal. 6,3 wordt bijvoorbeeld naar beneden afgerond op 6 met de standaard significantie (1).
-
Standaard worden negatieve getallen met decimale gedeelten van 0 af afgerond op het eerste gehele getal. -6,7 wordt bijvoorbeeld afgerond op -7.
-
Als u 0 of een negatief getal gebruikt voor het argument modus, kunt u de richting voor het afronden van negatieve getallen wijzigen. Als u bijvoorbeeld -6,3 gebruikt met een significatie van 1 en een modus van -1, wordt afgerond naar 0 toe, dus naar -6.
-
Het argument significantie rondt een getal af naar het eerste gehele getal dat een veelvoud is van de opgegeven significantie. De uitzondering is als het af te ronden getal een geheel getal is. Als voor significantie bijvoorbeeld 3 is ingevuld, is het getal waarop wordt afgerond het volgende gehele getal dat een veelvoud is van 3.
-
Als getal, gedeeld door een significantie van 2 of meer resulteert in een restwaarde, wordt het resultaat naar beneden afgerond.
Voorbeeld
Kopieer de voorbeeldgegevens uit de volgende tabel en plak deze in cel A1 van een nieuw Excel-werkblad. Om resultaten van formules weer te geven, selecteert u deze, drukt u op F2 en drukt u vervolgens op Enter. Indien nodig kunt u de kolombreedten aanpassen als u alle gegevens wilt zien.
Formule |
Beschrijving (resultaat) |
Resultaat |
=AFRONDEN.BENEDEN.WISK(24,3.5) |
Rondt 24,3 af tot de dichtstbijzijnde integer die een veelvoud is van 5 (20). |
20 |
=AFRONDEN.BENEDEN.WISK(6.7) |
Rondt 6,7 naar beneden af op de dichtstbijzijnde integer (6). |
6 |
=AFRONDEN.BENEDEN.WISK(-8,1.2) |
Rondt -8,1 omlaag af (verder van 0) tot de dichtstbijzijnde integer die een veelvoud is van 2 (-10). |
-10 |
=AFRONDEN.BENEDEN.WISK(-5,5,2,-1) |
Rondt -5,5 naar 0 tot de dichtstbijzijnde integer die een veelvoud is van 2, waarbij een niet-nul-modus wordt gebruikt die de afrondrichting omkeert (-4). |
-4 |