Wat wilt u doen?

• Een kolom vullen met een reeks getallen

• Rijen nummeren met de functie RIJ

• De vulgreep weergeven of verbergen

Een kolom vullen met een reeks getallen

1. Selecteer de eerste cel in het bereik dat u wilt nummeren.

2. Typ de beginwaarde voor de reeks.

3. Typ een waarde in de volgende cel om een patroon te bepalen.

   Tip: Als u bijvoorbeeld de reeks 1, 2, 3, 4, 5,... wilt doorvoeren, typt u 1 en 2 in de eerste twee cellen. Als u de reeks 2, 4, 6, 8... wilt, typt u 2 en 4.

4. Selecteer de cellen met de beginwaarden.

5. Sleep de vulgreep over het bereik dat u wilt vullen.

   Opmerking: Terwijl u de vulgreep over de cellen sleept, wordt een voorbeeld van de waarden weergegeven. Als u een ander patroon wilt, sleept u de vulgreep met de rechtermuisknop en kiest u een patroon.

   Als u cellen met een reeks getallen in oplopende volgorde wilt vullen, sleept u de vulgreep naar beneden of naar rechts. Als u cellen met een reeks getallen in aflopende volgorde wilt vullen, sleept u de vulgreep omhoog of naar links.

   Tip: Als u de vulgreep niet ziet, moet u deze mogelijk eerst weergeven. Zie De vulgreep weergeven of verbergen voor meer informatie.

   Opmerking: Deze getallen worden niet automatisch bijgewerkt wanneer u rijen toevoegt, verplaatst of verwijdert. U kunt de volgnummerreeks handmatig bijwerken door twee nummers te selecteren die in de goede volgorde staan en vervolgens de vulgreep naar het einde van het genummerde bereik te slepen.

Rijen nummeren met de functie RIJ

1. In de eerste cel van het bereik dat u wilt nummeren typt u =RIJ(A1).

   De functie RIJ retourneert het nummer van de rij waarnaar u verwijst. Bijvoorbeeld: =RIJ(A1) retourneert nummer 1.

2. Sleep de vulgreep over het celbereik dat u wilt nummeren.

   Tip: Als u de vulgreep niet ziet, moet u deze mogelijk eerst weergeven. Zie De vulgreep weergeven of verbergen voor meer informatie.

• Deze nummers worden bijgewerkt wanneer u deze met uw andere gegevens sorteert. De reeks kan worden onderbroken als u rijen toevoegt, verplaatst of verwijdert. U kunt de nummering handmatig bijwerken door twee nummers te selecteren die in de goede volgorde staan en vervolgens de vulgreep naar het einde van het genummerde bereik te slepen.

• Als u de functie RIJ gebruikt en u wilt dat er automatisch nummers worden ingevoegd wanneer u nieuwe rijen gegevens invoert, kunt u een Excel-tabel maken van het desbetreffende gegevensbereik. Alle rijen die aan het einde van de tabel worden toegevoegd, worden in de juiste volgorde genummerd. Zie Een Excel-tabel in een werkblad maken of verwijderen voor meer informatie.

Als u specifieke codes met volgnummers wilt opgeven, bijvoorbeeld inkoopordernummers, kunt u de functie RIJ in combinatie met de functie TEKST gebruiken. Als u bijvoorbeeld een genummerde lijst wilt beginnen met 000-001, voert u de formule =TEKST(RIJ(A1),"000-000") in in de eerste cel van het bereik dat u wilt nummeren en sleept u de vulgreep naar het einde van het bereik.

De vulgreep weergeven of verbergen

De vulgreep wordt standaard weergegeven, maar u kunt deze in- of uitschakelen.

1. Selecteer het tabblad Bestand en selecteer vervolgens Opties.

2. Schakel in de categorie Geavanceerd onder Opties voor bewerken het selectievakje Vulgreep en cellen slepen en neerzetten inschakelen in of uit om de vulgreep weer te geven of te verbergen.

Zie ook

Overzicht van formules in Excel

Niet-werkende formules voorkomen

Fouten in formules zoeken en verbeteren

Excel-sneltoetsen en -functietoetsen

Zoek- en verwijzingsfuncties (overzicht)

Excel-functies (alfabetisch)

Excel-functies (per categorie)